Voer een van de volgende handelingen uit:
- Open een Camera Raw-bestand.
- Open de afbeelding in Photoshop en klik op Filter > Camera Raw-filter.
Leer hoe u de Geometrie-instellingen gebruikt om het perspectief in een afbeelding te corrigeren.
Adobe Camera Raw heeft vier voorinstellingen voor Upright die u kunt gebruiken voor het corrigeren van perspectief: Automatisch, Vlak, Verticaal, Volledig en Met hulplijnen. Nadat u een Upright-modus hebt toegepast, kunt u de afbeelding verder aanpassen door de beschikbare schuifregelaarinstellingen voor transformatie handmatig te wijzigen.
Pas eventueel beschikbare lenscorrectieprofielen voor uw camera- en lenscombinatie toe voordat u een van de Upright-voorinstellingen gebruikt. Het lenscorrectieprofiel bereidt de afbeelding voor op een betere analyse van de vervormingscorrectie.
Voer een van de volgende handelingen uit:
(Optioneel) Ga in het dialoogvenster Camera Raw naar het deelvenster Lenscorrecties. Op het tabblad Profiel schakelt u het selectievakje Correcties lensprofiel inschakelen in.
U wordt met klem aangeraden om lensprofielcorrectie op basis van uw camera- en lenscombinatie in te schakelen voordat u de foto verwerkt met de Upright-voorinstellingen.
Selecteer een Upright-voorinstelling om uw foto te corrigeren.
Automatisch: hiermee past u een set gebalanceerde perspectiefcorrecties toe.
Vlak: hiermee past u een perspectiefcorrectie toe om ervoor te zorgen dat de afbeelding vlak is.
Verticaal: hiermee past u vlaktecorrecties en verticale perspectiefcorrecties toe.
Volledig: hiermee past u vlaktecorrecties, en verticale en horizontale perspectiefcorrecties toe.
Met hulplijnen: hiermee kunt u twee of meer hulplijnen tekenen op uw foto om perspectiefcorrectie aan te passen. Dat doet u als volgt:
Als u de vijf Upright-modi probeert en het selectievakje Correcties lensprofiel inschakelen (Lenscorrectie > Profiel) in- of uitschakelt, klikt u op de koppeling Bijwerken onder de knoppen voor de Upright-voorinstellingen.
Selecteer Uitsnijden beperken om de randen van een afbeelding na lenscorrecties automatisch bij te snijden om eventuele lege of vervormde gebieden te verwijderen.
Naast de automatische correctieopties kunt u het perspectief van een foto ook handmatig aanpassen. Gebruik de schuifregelaars om de perspectiefcorrecties te corrigeren: Verticaal, Horizontaal, Roteren, Verhouding, Schaal, Verschuiving X, Verschuiving Y.
Als u het perspectief hebt aangepast met de tool Upright, kunnen er lege of transparante gebieden langs een of meer randen van de foto ontstaan. U kunt deze gebieden vullen met Generatief uitbreiden.
Bewerk foto's overal met Photoshop op het web
Gebruik tekstopdrachten om prachtige afbeeldingen te genereren en nog veel meer, dat alles is beschikbaar bij je Photoshop-lidmaatschap.