Handboek Annuleren

Kleur- en toonaanpassingen aanbrengen in Camera Raw

  1. Photoshop Handboek
  2. Inleiding tot Photoshop
    1. Dream it. Make it.
    2. Nieuwe functies in Photoshop
    3. Uw eerste foto bewerken
    4. Documenten maken
    5. Photoshop | Veelgestelde vragen
    6. Systeemvereisten voor Photoshop
    7. Maak kennis met Photoshop
    8. Photoshop up-to-date houden
  3. Photoshop en andere Adobe-producten en -services
    1. Werken met illustraties van Illustrator in Photoshop
    2. Werken met Photoshop-bestanden in InDesign
    3. Substance 3D-materialen voor Photoshop
    4. De Capture-in-app-extensie in Photoshop gebruiken
  4. Photoshop op mobiele apparaten (niet beschikbaar op het vasteland van China)
    1. Handboek
    2. Nieuwe functies 
    3. Technische vereisten    
  5. Photoshop op de iPad (niet beschikbaar op de vasteland van China)
    1. Photoshop op de iPad | Veelgestelde vragen
    2. Kennismaken met de werkruimte
    3. Systeemvereisten | Photoshop voor iPad
    4. Documenten maken, openen en exporteren
    5. Foto's toevoegen
    6. Werken met lagen
    7. Tekenen en schilderen met penselen
    8. Selecties maken en maskers toevoegen
    9. Uw composities retoucheren
    10. Werken met aanpassingslagen
    11. Pas de tonaliteit van uw compositie aan met Curven
    12. Transformatiebewerkingen toepassen
    13. Uw composities uitsnijden en roteren
    14. Canvas roteren, pannen, zoomen en opnieuw instellen
    15. Werken met tekstlagen
    16. Werken met Photoshop en Lightroom
    17. Vind ontbrekende lettertypen in Photoshop op de iPad
    18. Japanse tekens in Photoshop op de iPad
    19. App-instellingen beheren
    20. Aanraaksneltoetsen en bewegingen
    21. Sneltoetsen
    22. Afbeeldingsgrootte bewerken
    23. Livestreamen terwijl u in Photoshop werkt op de iPad
    24. Imperfecties corrigeren met het Retoucheerpenseel
    25. Penselen maken in Capture en gebruiken in Photoshop op de iPad
    26. Werken met Camera Raw-bestanden
    27. Slimme objecten maken en ermee werken
    28. De belichting in uw afbeeldingen aanpassen met Tegenhouden en Doordrukken
    29. Opdrachten voor automatische aanpassing in Photoshop op de iPad
    30. Gebieden uitsmeren in uw afbeeldingen met Photoshop op de iPad
    31. Meer of minder verzadiging van uw afbeeldingen met de tool Spons
    32. Vullen met behoud van inhoud voor iPad
  6. Photoshop op internet (niet beschikbaar op het vasteland van China)
    1. Handboek
    2. Nieuwe functies in Photoshop
    3. Technische vereisten
  7. Photoshop (Beta) (niet beschikbaar op het vasteland van China)
    1. Aan de slag met Creative Cloud Beta-apps
    2. Photoshop (Beta) op de desktop
    3. Referentieafbeelding
    4. Objecten in een willekeurige achtergrond laten overvloeien met Harmoniseren
    5. Afbeeldingskwaliteit verbeteren met Generatief opschalen
  8. Generatieve AI (niet beschikbaar op het vasteland van China) 
    1. Algemene vragen over de generatieve AI in Photoshop
    2. Generatief vullen in Photoshop op de desktop
    3. Een afbeelding genereren met beschrijvende tekstopdrachten
    4. Generatief uitbreiden in Photoshop op de desktop
    5. Achtergrond vervangen met Achtergrond genereren
    6. Nieuwe variaties genereren met Vergelijkbare content genereren
    7. Een AI-model selecteren voor generatieve controle
    8. Generatief vullen in Photoshop op de iPad
    9. Generatief uitbreiden in Photoshop op de iPad
    10. Generatieve AI-functies in Photoshop op internet
  9. Content-authenticiteit (niet beschikbaar op het vasteland van China)
    1. Content Credentials in Photoshop
    2. Identiteit en herkomst voor NFT's
    3. Accounts verbinden voor creatieve toewijzing
  10. Clouddocumenten (niet beschikbaar op het vasteland van China)
    1. Photoshop-clouddocumenten | Algemene vragen
    2. Photoshop-clouddocumenten | Vragen over workflow
    3. Clouddocumenten beheren en bewerken in Photoshop
    4. Cloudopslag upgraden voor Photoshop
    5. Kan geen clouddocumenten maken of opslaan
    6. Fouten met Photoshop-clouddocumenten oplossen
    7. Synchronisatielogboeken voor clouddocumenten verzamelen
    8. Anderen uitnodigen om uw clouddocumenten te bewerken
    9. Documenten ter beoordeling delen
  11. Werkruimte
    1. Basisbegrippen voor werkruimten
    2. Voorkeuren
    3. Sneller leren met het deelvenster Ontdekken van Photoshop
    4. Documenten maken
    5. Bestanden plaatsen
    6. Standaardsneltoetsen
    7. Sneltoetsen aanpassen
    8. Toolgalerieën
    9. Prestatievoorkeuren
    10. Contextuele taakbalk
    11. Tools gebruiken
    12. Voorinstellingen
    13. Raster en hulplijnen
    14. Aanraakbewegingen
    15. De Touch Bar gebruiken met Photoshop
    16. Aanraakfuncties en aanpasbare werkruimten
    17. Technology Previews
    18. Metagegevens en notities
    19. Photoshop-afbeeldingen in andere toepassingen opnemen
    20. Linialen
    21. Niet-afdrukbare extra's tonen of verbergen
    22. Het aantal kolommen voor een afbeelding opgeven
    23. Ongedaan maken en historie
    24. Deelvensters en menu's
    25. Elementen instellen met de functie Magnetisch
    26. Plaatsen met de liniaal
    27. Organiseren, delen en samenwerken met Projecten
    28. Adobe Firefly-generaties verfijnen
  12. Basisprincipes van afbeeldingen en kleuren
    1. Afbeeldingen vergroten/verkleinen
    2. Werken met raster-en vectorafbeeldingen
    3. Grootte en resolutie van afbeeldingen
    4. Afbeeldingen ophalen van camera's en scanners
    5. Afbeeldingen maken, openen en importeren
    6. Afbeeldingen weergeven
    7. Fout Ongeldige JPEG-markering | Afbeeldingen openen
    8. Meerdere afbeeldingen weergeven
    9. Kleurkiezers en -stalen aanpassen
    10. HDR-afbeeldingen (High Dynamic Range)
    11. Kleuren in uw afbeelding afstemmen
    12. Afbeeldingen omzetten in andere kleurmodi
    13. Kleurmodi
    14. Delen van een afbeelding wissen
    15. Overvloeimodi
    16. Kleuren kiezen
    17. Geïndexeerde-kleurentabellen aanpassen
    18. Informatie over afbeeldingen
    19. Vervormingsfilters zijn niet beschikbaar
    20. Informatie over kleur
    21. Kleuren en monochrome instellingen aanpassen aan de hand van kanalen
    22. Kleuren kiezen in de deelvensters Kleur en Stalen
    23. Monster
    24. Kleurmodus of Afbeeldingsmodus
    25. Kleurzweem
    26. Een voorwaardelijke moduswijziging toevoegen aan een handeling
    27. Stalen toevoegen uit HTML, CSS en SVG
    28. Bitdiepte en voorkeuren
  13. Lagen
    1. Basisbegrippen voor lagen
    2. Niet-destructieve bewerkingen
    3. Lagen en groepen maken en beheren
    4. Lagen selecteren, groeperen en koppelen
    5. Afbeeldingen in kaders plaatsen
    6. Laagdekking en overvloeien
    7. Lagen maskeren
    8. Slimme filters toepassen
    9. Laagsamenstellingen
    10. Lagen verplaatsen, stapelen en vergrendelen
    11. Lagen maskeren met vectormaskers
    12. Lagen en groepen beheren
    13. Laageffecten en laagstijlen
    14. Laagmaskers bewerken
    15. Middelen extraheren
    16. Lagen met uitknipmaskers tonen
    17. Afbeeldingsmiddelen genereren op basis van lagen
    18. Werken met slimme objecten
    19. Overvloeimodi
    20. Meerdere afbeeldingen combineren tot een groepsportret
    21. Afbeeldingen combineren met automatisch overvloeiende lagen
    22. Lagen uitlijnen en verdelen
    23. CSS kopiëren uit lagen
    24. Selecties uit een laag of grenzen van een laagmasker laden
    25. Uitnemen om inhoud van andere lagen zichtbaar te maken
  14. Selecties
    1. Aan de slag met selecties
    2. Selecties maken in uw compositie
    3. Werkruimte Selecteren en maskeren
    4. Selecties aanbrengen met de selectiekadertools
    5. Selecties maken met de lassotools
    6. Pixelselecties aanpassen
    7. Geselecteerde pixels verplaatsen, kopiëren en verwijderen
    8. Een tijdelijk snelmasker maken
    9. Een kleurbereik selecteren in een afbeelding
    10. Paden omzetten in selectiekaders en omgekeerd
    11. Basisbegrippen voor kanalen
    12. Selecties en alfakanaalmaskers opslaan
    13. De afbeeldingsgebieden met de focus selecteren
    14. Kanalen dupliceren, splitsen en samenvoegen
    15. Kanaalberekeningen
  15. Afbeeldingsaanpassingen
    1. Objectkleuren vervangen
    2. Perspectief verdraaien
    3. Vervaging door camerabeweging verminderen
    4. Voorbeelden van de tool Retoucheerpenseel
    5. Kleur-opzoektabellen exporteren
    6. De scherpte en vervaging van afbeeldingen aanpassen
    7. Kleuraanpassingen
    8. De aanpassing Helderheid/contrast toepassen
    9. Schaduwdetails en hooglichtdetails aanpassen
    10. Aanpassing Niveaus
    11. De kleurtoon en verzadiging aanpassen
    12. Levendigheid aanpassen
    13. De kleurverzadiging in afbeeldingsgebieden aanpassen
    14. Snel aanpassingen aanbrengen aan tinten
    15. Speciale kleureffecten toepassen op afbeeldingen
    16. Uw afbeelding verbeteren met aanpassingen in kleurbalans
    17. HDR-afbeeldingen (High Dynamic Range)
    18. Histogrammen en pixelwaarden bekijken
    19. Kleuren in uw afbeelding afstemmen
    20. Foto's uitsnijden en rechttrekken
    21. Een kleurenfoto omzetten in zwart-wit
    22. Aanpassings- en opvullagen
    23. Aanpassing Curven
    24. Overvloeimodi
    25. Afbeeldingen voorbereiden voor drukken
    26. De kleur en toon aanpassen met de pipetten Niveaus en Curven
    27. HDR-belichting en -kleurtinten aanpassen
    28. Afbeeldingsgebieden doordrukken of tegenhouden
    29. Selectieve kleuraanpassingen aanbrengen
  16. Adobe Camera Raw
    1. Systeemvereisten voor Camera Raw
    2. Nieuwe functies in Camera Raw
    3. Kennismaken met Camera Raw
    4. Panorama's maken
    5. Ondersteunde lenzen
    6. Kleur- en toonaanpassingen aanbrengen in Camera Raw
    7. Vignet-, korrel- en neveleffecten in Camera Raw
    8. Standaardsneltoetsen
    9. Automatische perspectiefcorrectie in Camera Raw
    10. Radiaalfilter in Camera Raw
    11. Camera Raw-instellingen beheren
    12. Afbeeldingen openen, verwerken en opslaan in Camera Raw
    13. Repareer afbeeldingen met de verbeterde tool Vlekken verwijderen in Camera Raw
    14. Afbeeldingen roteren, uitsnijden en aanpassen
    15. Kleurweergave aanpassen in Camera Raw
    16. Procesversies in Camera Raw
    17. Lokale aanpassingen aanbrengen in Camera Raw
    18. Ongewenste personen verwijderen
    19. Reflecties verwijderen
    20. AI-bewerkingsstatus bekijken en updates beheren
  17. Afbeeldingen repareren en restaureren
    1. Ongewenste objecten en personen verwijderen met de tool Verwijderen
    2. Objecten verwijderen uit uw foto's met Vullen met behoud van inhoud
    3. Repareren en verplaatsen met behoud van inhoud
    4. Foto's retoucheren en repareren
    5. Afbeeldingsvervorming en -ruis corrigeren
    6. Eenvoudige probleemoplossing voor de meest voorkomende problemen
  18. Afbeeldingen verbeteren en transformeren
    1. De lucht in uw afbeeldingen vervangen
    2. Objecten transformeren
    3. Uitsnijding, rotatie en canvasgrootte aanpassen
    4. Foto's uitsnijden en rechttrekken
    5. Panoramische afbeeldingen maken en bewerken
    6. Afbeeldingen, vormen en paden verdraaien
    7. Perspectiefpunt
    8. Schalen en de inhoud behouden
    9. Afbeeldingen, vormen en paden transformeren
  19. Tekenen en verven
    1. Symmetrische patronen tekenen
    2. Rechthoeken tekenen en lijnopties wijzigen
    3. Tekenen
    4. Vormen tekenen en bewerken
    5. Maak een ster of een andere puntige vorm
    6. Tekentools
    7. Penselen maken en wijzigen
    8. Overvloeimodi
    9. Kleur toevoegen aan paden
    10. Paden bewerken
    11. Tekenen met het mixerpenseel
    12. Voorinstellingen voor penselen
    13. Verlopen
    14. Interpolatie met verloop
    15. Selecties, lagen en paden vullen en omlijnen
    16. Tekenen met de pentools
    17. Patronen maken
    18. Een patroon maken met de Patroonmaker
    19. Paden beheren
    20. Bibliotheken en voorinstellingen van patronen beheren
    21. Tekenen of verven met een grafisch tablet
    22. Structuurpenselen maken
    23. Dynamische elementen toevoegen aan penselen
    24. Verloop
    25. Gestileerde streken tekenen met het penseel Tekeninghistorie
    26. Tekenen met een patroon
    27. Voorinstellingen synchroniseren op meerdere apparaten
    28. Voorinstellingen, handelingen en instellingen migreren
  20. Tekst
    1. De tekst toevoegen en bewerken
    2. Unified Text Engine
    3. Werken met OpenType SVG-lettertypen
    4. Tekens opmaken
    5. Alinea's opmaken
    6. Teksteffecten maken
    7. Tekst bewerken
    8. Regelafstand en tekenspatiëring
    9. Arabische en Hebreeuwse tekst
    10. Lettertypen
    11. Problemen met lettertypen oplossen
    12. Aziatische tekst
    13. Tekst maken
  21. Filters en effecten
    1. De galerie Vervagen gebruiken
    2. Basisbeginselen van filters
    3. Overzicht van de filtereffecten
    4. Belichtingseffecten toevoegen
    5. Het filter Adaptief groothoek gebruiken
    6. Het filter Olieverf gebruiken
    7. Het filter Uitvloeien gebruiken
    8. Laageffecten en laagstijlen
    9. Specifieke filters toepassen
    10. Natte vinger gebruiken in afbeeldingsgebieden
  22. Opslaan en exporteren
    1. Uw bestanden opslaan in Photoshop
    2. Bestanden exporteren in Photoshop
    3. Ondersteunde bestandsindelingen
    4. Bestanden opslaan in grafische indelingen
    5. Ontwerpen verplaatsen tussen Photoshop en Illustrator
    6. Video en animaties opslaan en exporteren
    7. PDF-bestanden opslaan
    8. Digimarc-copyrightbescherming
  23. Kleurbeheer
    1. Werken met kleurbeheer
    2. Kleuren consistent houden
    3. Kleurinstellingen
    4. Duotonen
    5. Werken met kleurprofielen
    6. Kleurbeheer toepassen op documenten voor onlineweergave
    7. Kleurbeheer toepassen op documenten bij afdrukken
    8. Kleurbeheer toepassen op geïmporteerde afbeeldingen
    9. Kleuren controleren
  24. Ontwerp van websites, schermen en apps
    1. Ontwerpen in Photoshop
    2. Tekengebieden
    3. Apparaatvoorvertoning
    4. CSS kopiëren uit lagen
    5. Webpagina’s segmenteren
    6. HTML-opties voor segmenten
    7. De segmentlay-out wijzigen
    8. Werken met webafbeeldingen
    9. Webfotogalerieën maken
  25. Video en animatie
    1. Video's bewerken in Photoshop
    2. Video- en animatielagen bewerken
    3. Overzicht van video en animatie
    4. Voorvertoningen van video en animaties weergeven
    5. Frames tekenen in videolagen
    6. Videobestanden en reeksen afbeeldingen importeren
    7. Frameanimaties maken
    8. Creative Cloud 3D-animatie (Preview)
    9. Tijdlijnanimaties maken
    10. Afbeeldingen maken voor video
  26. Afdrukken
    1. 3D-objecten afdrukken
    2. Afdrukken vanuit Photoshop
    3. Afdrukken met kleurbeheer
    4. Contactbladen en PDF-presentaties
    5. Foto's afdrukken in een figuurpakketlay-out
    6. Steunkleuren afdrukken
    7. Afbeeldingen drukken op een professionele drukpers
    8. Kleurenafdrukken in Photoshop verbeteren
    9. Problemen met afdrukken oplossen | Photoshop
  27. Automatisering
    1. Handelingen maken
    2. Gegevensgestuurde afbeeldingen maken
    3. Scripts
    4. Een groep bestanden verwerken
    5. Handelingen afspelen en beheren
    6. Voorwaardelijke acties toevoegen
    7. Handelingen en het deelvenster Handelingen
    8. Tools opnemen in handelingen
    9. Een voorwaardelijke moduswijziging toevoegen aan een handeling
    10. Photoshop-gebruikersinterfacewerkset voor plug-ins en scripts
  28. Problemen oplossen
    1. Opgeloste problemen 
    2. Bekende problemen
    3. Prestaties van Photoshop optimaliseren
    4. Problemen oplossen - basis
    5. Problemen oplossen voor crash of vastlopen
    6. Programmafouten oplossen
    7. Fouten oplossen die zijn opgetreden doordat de werkschijf vol is
    8. Problemen met GPU en het grafische stuurprogramma oplossen
    9. Ontbrekende tools zoeken
    10. Photoshop | Veelgestelde vragen over 3D-functies die niet meer beschikbaar zijn

Leer hoe u de kleuren en tinten voor uw camera kunt aanpassen in Adobe Camera Raw.

Histogram en de RGB-niveaus

Een histogram is een voorstelling van het aantal pixels van elke luminantiewaarde in een afbeelding. Een histogram waarbij geen enkele luminantiewaarde gelijk is aan nul, geeft een afbeelding aan die de volledige toonschaal benut. Een histogram waarbij geen gebruik wordt gemaakt van het volledige toonbereik, komt overeen met een matte afbeelding met een gebrek aan contrast. Een histogram met een piek aan de linkerkant geeft bijgesneden schaduwen aan; een histogram met een piek aan de rechterkant geeft bijgesneden hooglichten aan.

Linthistogram in Adobe Camera Raw
Linthistogram in Adobe Camera Raw

Opmerking:
  • Selecteer Schaduwen of Hooglichten om in de voorvertoning te zien welke pixels worden bijgesneden. Zie Bijgesneden hooglichten en schaduwen voorvertonen voor meer informatie.
  • Vanaf Camera Raw versie 13.3 wordt het histogram in een lintstijl weergegeven die vergelijkbaar is met Lightroom.

Bij het aanpassen van een afbeelding moet u de pixelwaarden vaak gelijkmatiger van links naar rechts verspreiden in het histogram, in plaats van ze samen te bundelen aan een van de uiteinden.

Een histogram bestaat uit drie kleurenlinten voor de kleurkanalen rood, groen en blauw. Als de drie kanalen elkaar overlappen, wordt wit weergegeven. Geel, magenta en cyaan worden weergegeven als twee van de RGB-kanalen elkaar overlappen (geel is gelijk aan de som van de rode en de groene kanalen, magenta is gelijk aan de som van de rode en de blauwe kanalen en cyaan is gelijk aan de som van de groene en de blauwe kanalen).

Wanneer u de instellingen in het dialoogvenster Camera Raw wijzigt, wordt het histogram automatisch gewijzigd.

De RGB-waarden van de pixel onder de aanwijzer worden onder het histogram weergegeven. 

Opmerking:

Gebruik de tool Voorbeeldbedekking in-/uitschakelen onderaan het rechterdeelvenster om maximaal negen kleurenpipetten in de voorbeeldafbeelding te plaatsen. De RGB-waarden worden weergegeven boven de voorvertoning. Als u een kleurenpipet wilt verwijderen, klikt u op het kleurenpipet terwijl u Alt (Windows) of Option (macOS) ingedrukt houdt.


Bijgesneden hooglichten en schaduwen voorvertonen

Bijsnijden gebeurt als de kleurwaarden van een pixel hoger zijn dan de hoogste waarde of lager dan de laagste waarde die kan worden weergegeven op de afbeelding. Te heldere waarden worden bijgesneden naar witte uitvoer en te donkere waarden naar zwarte uitvoer. Het gevolg is een verlies van afbeeldingsdetails.

U kunt uitknipindicatoren voor hooglichten en schaduwen in de bovenste hoeken van het histogram weergeven. Hiermee kunt u tijdens het bewerken controleren of gebieden in uw foto te licht of te donker zijn.

  • Als de uitknipindicator linksboven oplicht (de uitknipindicator is wit), is dat een teken dat schaduwen in uw foto zijn uitgeknipt. Selecteer de witte indicator om de schaduwen in uw foto weer te geven. De schaduwen worden weergegeven als een blauw overlaymasker.
  • Als de uitknipindicator rechtsboven oplicht (de uitknipindicator is wit), is dat een teken dat hooglichten in uw foto zijn uitgeknipt. Selecteer de witte indicator om de hooglichten in uw foto weer te geven. De hooglichten worden weergegeven als een rood overlaymasker.  

Deelvenster Kleur in Adobe Camera Raw

Als u de witbalans wilt aanpassen, moet u eerst bepalen welke objecten in de afbeelding neutraal (wit of grijs) gekleurd moeten zijn. Vervolgens moet u de kleuren in de afbeelding wijzigen om deze objecten een neutrale kleur te geven. Een wit of grijs object in een scène krijgt de kleurzweem van het omgevingslicht of de flitser die wordt gebruikt om de foto te maken. Als u de tool Witbalans  in het deelvenster Standaard in Bewerken gebruikt om een object aan te geven dat wit of grijs moet zijn, kan Camera Raw de kleur bepalen van het licht waarin de scène is gefotografeerd en op basis daarvan de foto automatisch aanpassen.

De kleurtemperatuur (in Kelvin) wordt gebruikt om de belichting van de scène te meten. Natuurlijke en gloeilampen geven licht af in een voorspelbare verdeling op basis van hun temperatuur.

Met een digitale camera wordt de witbalans tijdens de belichting opgeslagen in de metagegevens. De Camera Raw-plug-in leest deze waarde en gebruikt deze als aanvankelijke instelling wanneer u het bestand opent in het dialoogvenster Camera Raw. Met deze instelling krijgt u gewoonlijk de juiste of bijna de juiste kleurtemperatuur. U kunt de witbalans aanpassen als deze niet juist is. 

Opmerking:

Niet alle kleurzwemen zijn het resultaat van een onjuiste witbalans. Gebruik de DNG Profile Editor om een kleurzweem die achterblijft nadat de witbalans is aangepast, te corrigeren. Zie Kleurweergave voor uw camera aanpassen in Camera Raw.

Het vervolgkeuzemenu Witbalans in het deelvenster Standaard bevat drie hoofdbesturingselementen voor het corrigeren van een kleurzweem:

Witbalans

Camera Raw past een witbalansinstelling toe en wijzigt de eigenschappen voor temperatuur en kleurtoon op het tabblad Standaard dienovereenkomstig. Gebruik deze besturingselementen om de kleurbalans nauwkeurig af te stellen.

Als opname

Hierbij wordt gebruikgemaakt van de witbalansinstellingen van de camera, indien beschikbaar.

Automatisch

Hierbij wordt de witbalans berekend op basis van de afbeeldingsgegevens.

Camera Raw- en DNG-bestanden hebben de volgende instellingen voor witbalans: Daglicht, Bewolkt, Schaduw, Kunstlicht, Fluorescerend, en Flits.

Opmerking:

Als Camera Raw de witbalansinstelling van de camera niet herkent, krijgt u met de optie Als opname hetzelfde resultaat als met de optie Automatisch.

Temperatuur

Hiermee stelt u de witbalans in op een aangepaste kleurtemperatuur. Verlaag de temperatuur om een foto te corrigeren die met een lagere kleurtemperatuur van het licht is genomen. De kleuren van de afbeelding worden met de Camera Raw-plug-in blauwer gemaakt ter compensatie van de lagere kleurtemperatuur (geelachtig) van het omgevingslicht. Omgekeerd kunt u de temperatuur verhogen om een foto te corrigeren die met een hogere kleurtemperatuur van het licht is genomen. De kleuren van de afbeelding worden warmer (geelachtig) gemaakt ter compensatie van de hogere kleurtemperatuur (blauwachtig) van het omgevingslicht. 

Opmerking:

Het bereik en de eenheden voor de besturingselementen Temperatuur en Kleur zijn anders als u een afbeelding aanpast die geen Camera Raw-afbeelding is, zoals een TIFF- of JPEG-afbeelding. Camera Raw bevat bijvoorbeeld een aanpassingsregelaar voor de ware temperatuur van Raw-bestanden tussen 2000 en 50.000 Kelvin. Voor JPEG- of TIFF-bestanden probeert Camera Raw een andere kleurtemperatuur of witbalans te benaderen. Omdat de oorspronkelijke waarde al is gebruikt om de pixelgegevens in het bestand te wijzigen, biedt camera Raw niet de werkelijke Kelvin-temperatuurschaal. In deze gevallen wordt bij benadering een schaal van -100 tot 100 gebruikt in plaats van de temperatuurschaal.

Kleur

Hiermee stelt u de witbalans in ter compensatie van een groene of een magenta kleur. Stel een lagere kleurwaarde in om groen aan de afbeelding toe te voegen. Stel een hogere kleurwaarde in om magenta toe te voegen. 

Opmerking:

U kunt de witbalans snel corrigeren door Witbalans  te selecteren en vervolgens een gebied in de voorvertoning te selecteren dat een neutrale grijstint moet hebben. De eigenschappen Temperatuur en Tint worden aangepast om de geselecteerde kleur exact neutraal te maken. Als u Wit selecteert, kiest u een hooglicht met duidelijke witte details en niet een gebied met spiegelend wit. Dubbelklik op Witbalans om Witbalans opnieuw in te stellen op Als opname.  


Kleurtint aanpassen

Als u Auto selecteert, analyseert Camera Raw de afbeelding en worden er automatisch aanpassingen aangebracht in de besturingselementen voor kleurtinten.

U kunt de automatische instellingen ook afzonderlijk toepassen op de individuele besturingselementen voor kleurtinten. Als u een automatische aanpassing wilt toepassen op een afzonderlijke schuifregelaar in het deelvenster Standaard, bijvoorbeeld Belichting of Contrast, drukt u op Shift en dubbelklikt u op de schuifregelaar. Dubbelklik op de schuifregelaar om het oorspronkelijke besturingselement voor kleurtinten te herstellen.

Camera Raw negeert eerdere aanpassingen op andere tabbladen wanneer u de tint automatisch aanpast. Als u automatische kleurtintaanpassingen wilt toepassen, kunt u dat het beste als eerste doen om een benadering van de beste instellingen voor uw afbeelding te krijgen. Als u bij het maken van foto's zorgvuldig te werk gaat en bewust verschillende belichtingen hebt gebruikt, wilt u uw werk waarschijnlijk niet tenietdoen door automatische aanpassingen toe te passen. Aan de andere kant kunt u natuurlijk altijd op Automatisch klikken en de aanpassingen ongedaan maken als ze u niet bevallen.

Voor voorvertoningen in Adobe Bridge worden de standaardafbeeldingsinstellingen gebruikt. Als u wilt dat de standaardafbeeldingsinstellingen automatische kleurtintaanpassingen bevatten, selecteert u Kleurtintaanpassingen automatisch toepassen in het gedeelte Standaardafbeeldingsinstellingen van de Camera Raw-voorkeuren. 

Opmerking:

Als u afbeeldingen vergelijkt op basis van voorvertoningen in Adobe Bridge, moet u Kleurtintaanpassingen automatisch toepassen niet inschakelen. Dit is de standaardinstelling. Anders vergelijkt u afbeeldingen die al zijn aangepast.

Terwijl u aanpassingen aanbrengt, dient u rekening te houden met de eindpunten van het histogram of de voorvertoningen van het bijsnijden van schaduwen en hooglichten te gebruiken.

Opmerking:

Houd Alt (Windows) of Option (Mac OS) ingedrukt terwijl u de schuifregelaars van de besturingselementen voor kleurtint versleept om een voorvertoning te bekijken van de bijgesneden hooglichten of schaduwen. Beweeg de schuifregelaar tot het bijsnijden begint en draai de aanpassing vervolgens enigszins terug. (zie Bijgesneden hooglichten en schaduwen voorvertonen voor meer informatie.)

  • Als u besturingselement voor kleurtinten handmatig wilt aanpassen, versleept u de schuifregelaar, typt u een waarde in het vak of selecteert u de waarde in het vak en klikt u op de pijl omhoog of omlaag.
  • Als u de standaardwaarde wilt herstellen, dubbelklikt u op de schuifregelaar.

PV waarnaar tussen de haakjes wordt verwezen, is de procesversie. Zie Procesversies voor meer informatie.

Belichting (Alles)

Hiermee past u de algehele helderheid van de afbeelding aan. Pas de schuifregelaar aan tot de foto goed eruitziet en de afbeelding de gewenste helderheid heeft. De belichtingswaarden worden aangepast in stappen die overeenkomen met de waarden voor de lensopening (f‑stops) op een camera. Een aanpassing van +1,00 komt overeen met het vergroten van de lensopening met 1 stop. En een aanpassing van ‑1,00 komt dus overeen met het verkleinen van de lensopening met 1 stop.

Contrast (Alles)

Hiermee wordt het afbeeldingscontrast verhoogd of verlaagd. Dit heeft hoofdzakelijk invloed op de middentonen. Als u het contrast verhoogt, worden de afbeeldingsgebieden met een gemiddelde tot donkere kleur donkerder en worden de afbeeldingsgebieden met een gemiddelde tot lichte kleur lichter. Als u het contrast verlaagt, heeft dit een omgekeerd effect op de kleurtinten van de afbeelding.

Hooglichten (PV2012)

Hiermee past u de heldere gedeelten van de afbeelding aan. Sleep de schuifregelaar naar links om hooglichten donkerder te maken en verwijderde details van hooglichten te herstellen. Sleep de schuifregelaar naar rechts om de hooglichten helderder te maken en het bijsnijden te minimaliseren.

Schaduwen (PV2012)

Hiermee past u de donkere gedeelten van de afbeelding aan. Sleep de schuifregelaar naar links om de schaduwen donkerder te maken en het bijsnijden te minimaliseren. Sleep de schuifregelaar naar rechts om de schaduwen helderder te maken en schaduwdetails te herstellen.

Witte tinten (PV2012)

Hiermee past u het bijsnijden voor witte tinten aan. Sleep de schuifregelaar naar links om het bijsnijden van hooglichten te verlagen. Sleep de schuifregelaar naar rechts om het bijsnijden van hooglichten te verhogen. (Het verhogen van het bijsnijden kan gewenst zijn voor spiegelende hooglichten, zoals metallic oppervlakken.)

Zwarte tinten (PV2012)

Hiermee past u het bijsnijden voor zwarte tinten aan. Sleep de schuifregelaar naar links om het bijsnijden van zwarte tinten te verhogen (zuiver zwart toewijzen aan meer schaduwen). Sleep de schuifregelaar naar rechts om het bijsnijden van schaduwen te verlagen.

Zwarte tinten (PV2010 en PV2003)

Hiermee geeft u aan welke afbeeldingswaarden worden toegewezen aan zwart. Als u de schuifregelaar naar rechts sleept, worden meer gedeelten zwart, waardoor het lijkt alsof het contrast in de afbeelding wordt vergroot. De grootste effect treedt op bij de schaduwen. De middentonen en hooglichten worden veel minder gewijzigd.

Herstel (PV2010 en PV2003)

Hiermee wordt geprobeerd om de details van de hooglichten te herstellen. Camera Raw reconstrueert sommige details van gebieden waarin één of twee kleurkanalen in wit zijn bijgesneden.

Lichtopvulling (PV2010 en PV2003)

Hiermee wordt geprobeerd de details van de schaduwen, zonder verhelderende zwarte kleuren, te herstellen. Camera Raw reconstrueert sommige details van gebieden waarin één of twee kleurkanalen in zwart zijn bijgesneden. Het gebruik van de optie Lichtopvulling komt overeen met het gebruik van het schaduwgedeelte van het filter Schaduw/Hooglicht van Photoshop of het effect Shadow/Highlight (Schaduw/Hooglicht) van After Effects.

Helderheid (PV2010 en PV2003)

Hiermee maakt u de afbeelding helderder of donkerder, net zoals met de eigenschap Belichting. In plaats van de hooglichten of de schaduwen van de afbeelding bij te snijden, comprimeert Helderheid echter de hooglichten en worden de schaduwen uitgebreid als u de schuifregelaar naar rechts verplaatst. Als u dit besturingselement gebruikt, kunt u vaak het beste de algemene toonschaal instellen door eerst Belichting, Herstel en Zwarte tinten in te stellen en daarna pas Helderheid in te stellen. Grote aanpassingen van Helderheid kunnen invloed hebben op het bijsnijden van de schaduwen of de hooglichten. Het kan dus zijn dat u Belichting, Herstel of Zwarte kleuren opnieuw moet aanpassen nadat u Helderheid hebt aangepast.

Meer informatie: Bekijk de videozelfstudies Nieuwe functies in Camera Raw van Matt Kloskowski en Waarom u Photoshop moet instellen om uw JPG's in Adobe Camera Raw te openen van Terry White.


Curven nauwkeurig afstellen

Gebruik de besturingselementen van het vervolgkeuzemenu Curve in het deelvenster Bewerken voor het bijstellen van afbeeldingen nadat u kleurtoonaanpassingen hebt uitgevoerd in het deelvenster Standaard. De curven geven de wijzigingen weer die zijn aangebracht in de toonschaal van een afbeelding. De horizontale as geeft de oorspronkelijke toonwaarden van de afbeelding (invoerwaarden) weer, met zwart aan de linkerkant en geleidelijk lichtere waarden naar rechts. De verticale as geeft de gewijzigde kleurtintwaarden (uitvoerwaarden) aan, met zwart aan de onderkant en overgaand naar wit aan de bovenkant.

Als een punt op de curve stijgt, is de uitvoer een lichtere tint; als een punt daalt, is de uitvoer een donkerdere tint. Een rechte lijn van 45 graden geeft aan dat de kleurtint-reactiecurve niet is gewijzigd: de oorspronkelijke invoerwaarden komen exact overeen met de uitvoerwaarden.

Met de Parametrische curve kunt u waarden in specifieke toonbereiken in de afbeelding aanpassen. Welke gebieden van de curve door de regio-eigenschappen (Hooglichten, Lichte tinten, Donkere tinten of Schaduwen) worden beïnvloed, is afhankelijk van waar u de splitsbesturingselementen aan de onderkant van de grafiek instelt. De regio-eigenschappen in het midden (Donkere tinten en Lichte tinten) hebben vooral invloed op het middelste gedeelte van de curve. De eigenschappen Hooglicht en Schaduwen hebben vooral invloed op de uiteinden van de toonreeks.

  1. Ga op een van de volgende manieren te werk om de kleurtintcurven aan te passen:

    • Sleep de schuifregelaars Hooglichten, Lichte tinten, Donkere tinten of Schaduwen naar de Parametrische curve. U kunt de curveregio's die door de schuifregelaars worden beïnvloed, uitbreiden of inkrimpen door de besturingselementen van de regioverdeler langs de horizontale as van de grafiek te slepen.
    • Versleep een punt op de curve in Puntcurve. Terwijl u het punt versleept, worden de in- en uitvoerwaarden onder de kleurtintcurve weergegeven. U kunt verzadiging ook aanpassen met de schuifregelaar Verzadiging verfijnen
    • Selecteer de tool Gerichte aanpassingstool Parametrische curve en sleep deze in de afbeelding. Met te tool Gerichte aanpassingstool Parametrische curve past u het gebied in de curve voor hooglichten, lichte kleuren, donkere kleuren of Schaduwen aan op basis van de waarden op de plaats in de afbeelding waar u klikt.

Besturingselementen voor Lokaal contrast, Verzadiging en Levendig

U kunt de kleurverzadiging van alle kleuren wijzigen door de besturingselementen voor Lokaal contrast, Verzadiging en Levendig in het deelvenster Standaard aan te passen. (Om de verzadiging voor een specifieke kleurenreeks aan te passen, gebruikt u de besturingselementen in het deelvenster Kleurmixer.)

Lokaal contrast

Hiermee voegt u diepte toe aan een afbeelding door het plaatselijke contrast te verhogen. Dit beïnvloedt vooral de middentonen. Deze instelling lijkt op het instellen van een onscherp masker met een grote straal. Als u deze instelling gebruikt, kunt u het beste inzoomen op 100% of meer. U versterkt het effect door de instelling te verhogen totdat u stralenkransen ziet bij de randdetails van de afbeelding, en de instelling daarna enigszins te verlagen.

Levendig

Hiermee past u de verzadiging aan, zodat zo weinig mogelijk kleuren worden bijgesneden, naarmate de kleuren volledig verzadigd raken. Met deze instelling wijzigt u de verzadiging van alle kleuren met weinig verzadiging. Deze instelling heeft minder effect op meer verzadigde kleuren. Levendig voorkomt ook dat huidtonen oververzadigd worden.

Verzadiging

Hiermee wordt de verzadiging van alle afbeeldingskleuren gelijkmatig aangepast, van -100 (zwart-wit) tot +100 (dubbele verzadiging).


Kleurmixer

U kunt de besturingselementen in het deelvenster Kleurmixer onder Bewerken gebruiken om afzonderlijke kleurbereiken aan te passen. Als een rood object er bijvoorbeeld te scherp uitziet en afleidt, kunt u de waarden van Rode tinten in het gedeelte Verzadiging verlagen.

De volgende gedeelten bevatten besturingselementen om een kleurcomponent voor een specifiek kleurbereik aan te passen:

Tip:

Als u de Alt- of Option-toets ingedrukt houdt terwijl u aanpassingen aanbrengt met de tool HSL TAT of de schuifregelaars van de Kleurmixer, wordt de actieve kleurtoon in kleur weergegeven en worden alle andere kleurtonen in grijswaarden weergegeven, zodat het effect beter zichtbaar is.

Kleurtoon

Hiermee wordt de kleur gewijzigd. U kunt bijvoorbeeld een blauwe hemel (en alle andere blauwe objecten) van cyaan veranderen in paars.

Verzadiging

Hiermee wordt de scherpte of de zuiverheid van de kleur gewijzigd. U kunt bijvoorbeeld een hemel van grijs in hoog verzadigd blauw veranderen.

Luminantie

Hiermee wordt de helderheid van het kleurbereik gewijzigd.

Als u Zwart-wit selecteert, ziet u alleen Zwart-witmixer.


Puntkleur in Adobe Camera Raw

Gebruik het besturingselement Puntkleur om precieze, nauwkeurige en gedetailleerde kleurverfijningen in een foto te krijgen. Je kunt nu een individuele kleur in een foto selecteren en verfijnen via Kleurtoon, Verzadiging, Helderheid en VariantiePuntkleur kan ook worden gebruikt met maskers, zodat u meer controle hebt over specifieke kleuren waarbij de levendigheid van de hele afbeelding behouden blijft.

  1. Selecteer Kleurmixer > tabblad Puntkleur.

  2. Gebruik de kiezer om een specifieke kleur in de foto te selecteren. Er wordt een staal van de geselecteerde kleur gemaakt naast de kiezer. U kunt per keer maximaal acht stalen maken en opslaan.

  3. Pas de volgende schuifregelaars aan om de geselecteerde kleur te verfijnen:

    • Kleurtoon: Past de kleurtoon van het geselecteerde bereik aan en verschuift deze langs het kleurenspectrum.
    • Verzadiging: Regelt de intensiteit van het geselecteerde kleurbereik, waardoor het levendiger of gedempter wordt.
    • Helderheid: Wijzigt de helderheid van het geselecteerde kleurbereik, waardoor het lichter of donkerder wordt.
    • Variantie: Past aan hoe nauw kleuren overeenkomen met het geselecteerde monster.Beweeg naar links om kleuren naar het monster op te vragen, naar rechts voor een pushbericht.Deze tool is handig voor het verfijnen van huidtinten of het verbeteren van kleurdetails.
    weerspiegelingen in het raam met meerdere kleuren, het bewerkingsmenu met opties voor Kleurmixer wordt geopend in Adobe Camera Raw
    Verfijn de afbeelding met de schuifregelaars voor aanpassing.

  4. Met de schuifregelaar Bereik bepaalt u het bereik van de desbetreffende kleuren.

  5. Selecteer Bereik visualiseren als u alleen de gebieden wilt weergeven die worden beïnvloed door de huidige kleurselectie.


De kleur of tint aanpassen met de tool Gerichte aanpassing

Met de tool Gerichte aanpassing kunt u kleuren en tonen corrigeren door rechtstreeks in de foto te slepen. 

  1. Open het deelvenster Curve onder Bewerken en selecteer de tool Doelaanpassing.

    U verhoogt de waarden wanneer u de tool omhoog of naar rechts sleept en verlaagt de waarden wanneer u naar links of omlaag sleept. Wanneer u sleept met de tool Gerichte aanpassing, kunnen schuifregelaars voor meerdere kleuren worden gewijzigd.

    Tool Doelaanpassing
    Selecteer de tool Doelaanpassing. De parametrische curve (eerste pictogram in de bovenste rij) is standaard geselecteerd

    Schuifregelaar Verzadiging verfijnen standaard ingesteld op 100 in Puntcurve.
    Sleep de Puntcurve om aanpassingen aan te brengen in een afbeelding. Gebruik de schuifregelaar Verzadiging verfijnen om de verzadiging handmatig aan te passen.

  2. Als u de kleurtooncurve wilt aanpassen met de tool Gerichte aanpassing, selecteert u de optie Parametrische curve. Sleep de tool vervolgens naar de voorvertoning van de afbeelding. 

    Met de tool Gerichte aanpassing Parametrische curve past u het gebied in de curve voor Hooglichten, Lichte kleuren, Donkere kleuren, of Schaduwen aan op basis van de waarden op de plaats in de afbeelding waar u klikt.

    Opmerking:

    Met de sneltoets T schakelt u naar de laatst gebruikte Gerichte aanpassingstool.

Kleurverlopen toepassen

Gebruik de besturingselementen op het tabblad Kleurverlopen om een grijswaardenafbeelding in te kleuren. U kunt één kleur in het hele toonbereik toevoegen of een gesplitst-tintresultaat maken, waarin een andere kleur wordt gebruikt voor de schaduwen, middentonen en hooglichten. De uiterste schaduwen en hooglichten blijven zwart en wit.

U kunt ook speciale behandelingen op een kleurenafbeelding toepassen, zoals een crossprocessing-effect.

  1. Selecteer een grijsschaal- of zwart-witafbeelding.

  2. Selecteer Bewerken in het rechterdeelvenster en open de vervolgkeuzelijst Kleurverlopen. Gebruik de kleurwielen voor schaduwen, middentonen en hooglichten om de kleuren in uw afbeelding aan te passen.

    Tool Kleurverlopen
    Het deelvenster Kleurverlopen

  3. Pas de schuifregelaars Overvloeien en Balans aan om de invloed tussen schaduwen, middentonen en hooglichten te laten overvloeien en in balans te brengen. Positieve waarden verhogen de invloed van het besturingselement Hooglicht; negatieve waarden verhogen de invloed van de besturingselementen Schaduw.

Adobe, Inc.

Krijg sneller en gemakkelijker hulp

Nieuwe gebruiker?